7 Story

Elke maand wordt hier één verhaal uit het boek gepubliceerd. Deze maand:

22          De lach.

Genesis 21 vers 1-3 en 6 en Markus 5 vers 35-42:De Bijbel leert ons dat er meer manier van lachen zijn. Of met satirisch leedvermaak óf met liefdevol, positief vermaak. Dat laatste is echte vreugde. God wil het positieve. Zijn tegenstander de satanduivel ziet heel graag dat we het satirische lachen inzetten… Satirisch lachen geeft niets anders dan haat en ruzie.

De Bijbel geeft ons minstens twee voorbeelden over een positief lachen: De geschiedenissen over Izaäk en over Talitha (Talitha is geen naam van een persoon maar betekent in onze taal meisje). Als Jezus ‘Talitha’ zegt, roept Hij haar weer tot leven. De ingehuurde huilvrouwen worden weggestuurd en het leven komt terug. Wie het laatst lacht, die lacht het best. Jezus spreekt, de dood wijkt: ‘Koemi,’ sta op. Wat doe jij?

Genesis 21 vers 1-3 en 6: De HEERE nu zag om naar Sara zoals Hij gezegd had.  De HEERE deed bij Sara zoals Hij gesproken had. Sara werd zwanger en baarde Abraham een zoon in zijn ouderdom, op de vastgestelde tijd die God hem genoemd had. Abraham gaf zijn zoon die hem geboren was, die Sara hem gebaard had, de naam Izak… Sara zei: ‘God heeft mij doen lachen. Ieder die het hoort, zal met mij meelachen.’

Markus 5 vers 35-42: Terwijl Hij (Jezus) nog spreekt (tegen een vrouw die Hij genezen heeft), kwamen er enigen van het huis van het hoofd van de synagoge, die zeiden: ‘Uw dochter is gestorven, waarom valt u de Meester nog lastig?’ En zodra Jezus het woord gehoord had dat er gesproken werd, zei Hij tegen het hoofd van de synagoge: ‘Wees niet bevreesd, geloof alleen.’ En Hij liet niemand toe Hem te volgen dan Petrus, Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus.

En Hij kwam bij het huis van het hoofd van de synagoge en zag de opschudding en hen die luid huilden en jammerden. En toen Hij naar binnen gegaan was, zei Hij tegen hen: ‘Waarom maakt u misbaar en huilt u?  Het kind is niet gestorven, maar het slaapt.’ Zij lachten Hem echter uit, maar Hij stuurde hen allen weg, nam de vader en de moeder van het kind en hen die bij Hem waren, mee en ging het vertrek binnen waar het kind lag. En Hij pakte de hand van het kind en zei tegen haar:

‘Talitha, koemi! Dat is vertaald: Meisje (Ik zeg je), sta op’. En meteen stond het meisje op en het liep, want het was twaalf jaar. En zij waren geheel buiten zichzelf. En Hij gebood hun met klem dat niemand dit te weten zou komen. En Hij zei dat men haar te eten moest geven.

De lach!

‘Luister eens goed als je naar school gaat, je vrienden bezoekt, in je huis bent. Wat voor soort lach hoor jij? De ‘Ik’, die aan het woord is in dit verhaal, is géén persoon. Ik ‘ben’ een manier van leven. ‘Ik’ spreek je toe!’

‘Ik zet twee Bijbelverhalen in de schijnwerpers. Aan jou de vraag om je manier van lachen te analyseren. Lach je iemand uit of lach je iemand toe. Jij kunt het verschil maken. Net als Sarah toen Izaäk geboren is. En net als de Heere Jezus Die de lach terugbrengt in het gezin van Talitha: Sta op meisje… Sta op jongen…’

Sara: ‘God heeft mij doen lachen. Ieder die het hoort, zal met mij meelachen.’

Jezus: ‘Waarom maakt u misbaar en huilt u? 

            Het kind is niet gestorven, maar het slaapt.’ Zij lachten Hem echter uit!

‘Leef en lach. Met Jezus in je hart en in je handelen. Lach jij mét God of lach jij Jezus uit? Het is zo confronterend dat lachen erg positief kan zijn en ook zo ongelóóflijk negatief. Denk na… Leef en lach… Lach op de manier van Sarah en Jezus. God wil je leven tot een lachen maken…

God wil jou blij maken. Neem momenten van rust. Pak de Bijbel. Zoek!’

Afbeelding met tekening, schets, kunst, illustratie

Automatisch gegenereerde beschrijving                      Tot een lachen gemaakt…

Kern: Er zijn twee manieren van lachen. De echt hartelijke lach en de satirische lach. Sarah lacht eerst satirisch! Sarah zegt: ‘Zou God mij op mijn hoge leeftijd nog een zoon kunnen geven, ik ben onvruchtbaar!

Als dan Sarah haar zoontje geboren wordt, Sarah is ongeveer zeventig jaar en Abraham is ongeveer honderd jaar, dan noemt Sarah hem Izaäk. Izaäk betekent: Tot een lachen gemaakt!

Het verdriet van Sarah wordt God omgezet in vreugde. Moeder worden en zijn, zeker in de tijd van het oude volk van God, is een voortgaande belofte. Een verbond. In de hof van Eden heeft God al beloofd dat er een Redder zou worden geboren. En ook diezelfde belofte heeft Sara’s man, Abraham, gekregen aan het begin van zijn lange geloofsreis. En nu schenkt díe Sarah aan Abraham, aan God, een zoon. Het geslacht, het verbond, gaat door.

Dat is het eerste verhaal van satirische lach tegenover een vreugdelach!

Het tweede verhaal speelt in de tijd dat Jezus op aarde rondwandelt en hele grote fysieke én geestelijke wonderen doet. Het meisje, de tiener, is overleden. De klaagvrouwen huilen, gemaakt, gekocht verdrietig. De vader en moeder zijn echt verdrietig maar, oh wonder, Jezus maakt het meisje weer levend. ‘Talitha, koemi!’ zegt Hij. ‘Meisje, sta op!’

Díe Jezus verandert ‘gemaakt huilen’ in een lévende vreugde. Hij werkt de huilende toneelspelers het huis uit, wegwezen. En dan is ‘dé lach’ weer terug bij die vader en moeder. Het meisje staat! Echte schaterlach!

Jongens (Izaäk’s) en meisjes (Talitha’s) hebben een grote plaats in Gods Koninkrijk. Hij gunt ze de lach. De lach van ‘tot een lachen gemaakt!’

Hoe lachen je vrienden, hoe lach jij? Satirisch of positief? Er is verschil!

Izaäk en dat meisje, die zoekers, beleven heel wat in hun leven. De één heeft een naam, de ander is naamloos! Beiden zijn een voorbeeld voor jou! God wil geluk, een lach, geven in je leven… Geloof je dat Hij zo is?!

Zo zou het gegaan kunnen zijn…: De lach is ook bijna een ‘persoon’ in dit verhaal. Er liggen duizenden jaren tussen deze twee verhalen. We zijn er niet bij geweest maar wat moeten Izaäk en dat meisje vele prachtige verhalen gehoord hebben van hun ouders, opa/oma, familie. God is een God van generaties. Er kan verdriet zijn in je leven. God wil het steeds veranderen in rust en geloof en liefde. Liefde voor Hem en voor jezelf. Je mag er zijn! Iedereen! God wil je tot ‘een lach’ maken. Niet de satirische lach maar de lach van eeuwig leven! De schrijver laat díe lach ‘spreken!’

Keuzes: Je kunt kiezen voor satire of voor liefde. Je kunt kiezen voor blijven kniezen of voor geloven. Je kunt kiezen voor de wereld of voor God. Je kunt kiezen in ongeloof of voor verwondering. Je kunt kiezen voor de satirische satan, de verleider die Eva verleidde met: ‘Heeft God niet gezegd dat…’ Of je kunt kiezen voor de liefdevolle lach van Jezus…

‘Want zo lief heeft God de wereld,’ staat in Johannes 3 vs 16. Wat kies jij?

Nalezen: Genesis 21 vers 1-3 + 6. Markus 5 vers 35-42. Genesis 17 vs. 19

Vragen:

-Is God een God van satire?

-Is God een God van vreugde?

-Hoe leeft Jezus op deze wereld? Wat brengt Hij mee verdriet of vreugde?

– Izaäk (vul je naam maar in), Talitha (vul je naam maar in), lach jij?

-Is het waardevol dat God in de Bijbel ook jonge mensen laat ‘spreken’?

-Waarvan word jij gelukkig? Waardoor kun jij lachen?

-Jezus zei: ‘Tabitha koemi’. Dat meisje kón niet dood blijven! Waarom?

-Nu roept Jezus jou… Sta op! Kun jij blijven zitten/liggen/negeren?

-Hoe lach jij meestal? Satirisch of positief?

Stelling: Adam en Eva zijn geschapen uit stof, toen werd lachen geboren

Zingen/Luisteren: I will rise when He call my name…


Het bovenstaande is een verhaal over De Lach. Lees de Bijbel en blijf bidden.

De andere hoofdstukken in het boek ‘Verborgen Parels’ gaan over meer mensen. Adam, Kaïn, Johannes, Eva, Paulus… 26 verrassende verhalen…

Voor meer verhalen…

Boek een boek